Simon Soesan geeft vanuit zijn woonplaats Haifa een ongezouten mening over de ontwikkelingen in Israël van de afgelopen weken.
Afgelopen woensdag kwam een Amerikaanse afgezant op bezoek bij onze nooit-gekozen premier. Nooit gekozen omdat Likoed niet als grootste partij uit de bus kwam tijdens de laatste verkiezingen. „De Turken eisen geen excuses,” vertelde de afgezant, „ze nemen genoegen met een spijtbetuiging.” Bibi antwoordde meteen: „Ik wil best, maar Lieberman is erop tegen.” De afgezant haastte zich naar de minister van Buitenlandse Zaken, die het woord ‘diplomatie’ al jaren geleden uit het woordenboek heeft gescheurd. Lieberman ging toch akkoord met een spijtbetuiging. Toen de afgezant dit heugelijke bericht naar onze premier bracht, zei die: „Ik heb hier zaterdagavond een megademonstratie, er zitten terroristen in de Sinaï, het komt me nu niet goed uit.”
Dit verhaal is typerend voor de man die bijna negen miljoen shekel (1,75 miljoen euro) uit publieke fondsen gaf aan partijen die in ruil zijn coalitie steunen, hij gaf 54 van de 120 Knessetleden een baan als minister of onderminister in zijn regering, hij privatiseert bijna alle overheidsbedrijven, verkoopt ze voor een habbekrats aan rijke vrienden en houdt intussen angstvallig zijn achterban in de gaten.