Het einde van Vernichtungslager Auschwitz begon zeven maanden voor de bevrijding van het kamp. Op 22 juni 1944 begon het Rode Leger operatie Bagration, het grootste offensief in de Tweede Wereldoorlog sinds de Duitse aanval op de Sovjet-Unie drie jaar eerder. Bagration betekende de grootste nederlaag van de oorlog voor de nazi’s. Hun Legergroep-Midden was na het offensief in Wit-Rusland vernietigd: een geschatte half miljoen Duitsers werden gedood, verwond of gevangengenomen. 300 duizend Duitse militairen raakten afgesneden van het front en waren waardeloos in de rest van de oorlog.
Het gevolg van de ineenstorting van de Wehrmacht en de Waffen-SS was dat de Sovjettroepen in augustus doorstootten tot diep in Polen. Hun offensief werd zo’n 50 kilometer oostelijk van Krakau tot staan gebracht. Auschwitz lag slechts 50 kilometer ten westen van de historische stad. Maar de Duitsers herstelden hun linies en het Rode Leger had rust nodig en moest zich hergroeperen. Zo viel Krakau pas op 18 januari 1945 bij het volgende grote offensief en het vernietigingskamp nog eens negen dagen later.
Dat oponthoud van vijf maanden zou een laatste ramp betekenen voor het Europese jodendom. Het was juist in de zomer van 1944 dat de gaskamers en verbrandingsovens van Auschwitz het productiefst waren bij het verwezenlijken van de Endlösung. De Duitsers waren in maart van dat jaar Hongarije, hun voormalige bondgenoot die in het geheim onderhandelde met de geallieerden, binnengevallen. In mei begon de deportatie van de Hongaarse Joden naar de vernietigingskampen: in slechts acht weken bereikten 424 duizend van hen Auschwitz, waar zij vrijwel allemaal werden vermoord. En dat terwijl de linies van het Rode Leger nog geen honderd kilometer oostelijk lagen.
Kansloos
Op 7 oktober kwam het ‘Sonderkommando’ in Birkenau, het vernietigingskamp even ten westen van het oorspronkelijke concentratiekamp Auschwitz I, in opstand. De leden waren Joden die in ruil voor een marginaal grotere overlevingskans en iets betere omstandigheden de lichamen opruimden uit de gaskamers. De ongeveer duizend leden van groep beseften dat als het Sovjetleger verder zou naderen, zij allemaal vermoord zouden worden door de SS. Ze waren immers de levende getuigen van de dagelijkse massamoord in het kamp.
Op 7 oktober 1944 kwam het Sonderkommando in Birkenau in opstand
Het Sonderkommando in Auschwitz bestond uit zo’n duizend gevangenen, maar toen het merendeel van de Hongaarse Joden was vergast en verbrand, had de SS velen van hen niet meer nodig en vermoordde driehonderd van hen. De overigen begrepen dat zij als volgende aan de beurt waren en kwamen in opstand. Hoewel vier vrouwelijke gevangenen maandenlang kleine hoeveelheden buskruit naar crematorium 4 hadden gesmokkeld, had het Sonderkommando nauwelijks vuurwapens en viel de kampbewakers aan met uit werktuigen geïmproviseerde wapens.
Natuurlijk was de opstand kansloos. Nadat drie bewakers waren gedood, sloeg de SS met behulp van versterkingen bloedig terug. 453 leden van het Sonderkommando van de crematoria 2 tot en met 5 in Birkenau werden gedood. Meer dan de helft van hen was in de strijd gesneuveld, de rest werd na afloop doodgeschoten. Toch slaagden tachtig van hen erin het kamp te ontvluchten, van wie er 27 uit de klauwen van de SS wisten te blijven en de oorlog overleefden. De vier vrouwen die het buskruit gesmokkeld hadden, werden opgehangen. De crematoria werden na de opstand niet meer gebruikt, de SS blies ze op als onderdeel van de campagne de sporen van het vernietigingskamp uit te wissen.
Verrast
Datzelfde was een jaar eerder – net als in Belzec – al in Sobibor gebeurd na de opstand daar. De nazi’s probeerden de sporen van hun misdaden uit te wissen in alle zes vernietigingskampen. Ze bliezen de gaskamers en ovens op, staken barakken in brand en in sommige gevallen probeerden ze de stoffelijke resten van slachtoffers op te graven of de velden waar deze lagen om te ploegen. In Treblinka zag de Sovjetschrijver Valery Grossman akkers met ontelbare stukjes menselijke beenderen. Dat kamp was al in augustus 1944 met de grond gelijkgemaakt.
In Chelmno, het eerste vernietigingskamp, begon de SS in september met dit macabere werk. De laatste Joden die de nazi’s gedwongen hadden hierbij te helpen, werden slechts dagen voor het Rode Leger het voormalige kamp bereikte vermoord. De SS wilde ook in Auschwitz voorkomen dat het kamp intact in handen van het Rode Leger zou vallen, zoals in Majdanek was gebeurd. Daar waren de Duitsers verrast door de snelheid van de opmars van de Sovjets tijdens operatie Bagration.
De bevrijders troffen in Auschwitz zo’n zevenduizend overlevenden aan
De laatste transporten kwamen eind oktober 1944 in Auschwitz-Birkenau aan, begin november gaf Reichsführer-SS Heinrich Himmler opdracht de gaskamers en crematoria te vernietigen. Himmler beval dat geen enkele Jood in het kamp levend gevonden mocht worden wanneer de Sovjets het zouden bevrijden. Dit besluit was de opmaat naar het verschrikkelijke einde van de toch al zo gruwelijke geschiedenis van het kamp.
Dodenmars
Op 12 januari begonnen de Sovjettroepen het Vistula-Oder-offensief, dat hen tot op 70 kilometer van Berlijn zou brengen. Op 17 januari werden tussen de 50 en 60 duizend gevangenen, van wie meer dan twee derde Joods, gedwongen de drie kampen (Auschwitz I, Auschwitz II-Birkenau en Auschwitz III-Monowitz, waar gevangenen moesten werken in de fabrieken van chemiereus IG Farben) te voet te verlaten. In de week ervoor had de SS meer dan een miljoen kledingstukken verscheept naar Duitsland. Zeven- à achtduizend gevangenen werden als te ziek of te zwak beschouwd en achtergelaten in het kamp.
In zekere zin hadden zij geluk, want de dodenmars was zelfs voor nazibegrippen van een schokkende gruwelijkheid. De gevangenen werden in twee routes afgemarcheerd: 55 kilometer in noordwestelijke richting naar Gliwice of meer dan zestig kilometer westelijk naar Wodzislaw. Onderweg voegden de overlevende gevangenen uit de talloze satellietkampen van Auschwitz zich bij hen. In die twee plaatsen in Polen zouden de gevangenen op treinen gezet worden met als bestemming concentratiekampen die nog niet bedreigd werden door Sovjet- of geallieerde troepen. Maar niet voor alle overlevenden waren treinen beschikbaar, de 3200 gevangenen van Auschwitz-satellietkamp Jaworzno liepen meer dan 250 kilometer naar concentratiekamp Groß-Rosen in Neder-Silezië.
Het was van het begin af aan duidelijk dat de SS het niet erg zou vinden als een groot deel van de slachtoffers hun bestemming nooit zou bereiken. Bovendien hadden veel zieke en verzwakte gevangenen zich bij de marsen gevoegd, in de begrijpelijke veronderstelling dat zij als zij achterbleven vermoord zouden worden. Duizenden stierven tijdens de barre tocht in de vrieskou van de Poolse winter. Ziekte, ondervoeding en uitputting eisten hun tol. Maar ook de haat en het sadisme van de SS-bewakers, die tijdens de tocht honderden, zo niet duizenden gevangenen doodschoten of zo mishandelden dat zij bezweken.
Fanatisme
Een geschatte vijftienduizend gevangen, in meerderheid Joden, overleefden de marsen niet. En nog was hun kwelling niet ten einde. Treinen waarmee zij naar andere kampen werden vervoerd, werden onder vuur genomen door SS’ers, Wehrmachtsoldaten en politiemannen. Op het treinstation van Rybnik werden de lichamen van driehonderd gedode gevangenen achtergelaten. In de tweede nacht van de lange dodenmars uit Jaworzno vermoordden SS’ers driehonderd slachtoffers. Niemand weet precies hoeveel van de overlevenden van de dodenmarsen omkwamen in hun ‘kampen van bestemming’, slechts enkele maanden voor de zelfmoord van Adolf Hitler op 30 april en de Duitse capitulatie.
De soldaten van het Rode Leger die 27 januari Auschwitz binnendrongen troffen in de drie hoofdkampen zo’n zevenduizend zieke, uitgeputte en zwaar ondervoede overlevenden aan, plus nog eens zo’n vijfhonderd in de satellietkampen. Ook vonden zij de lichamen van zeshonderd vermoorde of bezweken gevangenen. Zelfs de bevrijders betaalden de prijs voor het fanatisme van de nazi’s. 230 soldaten van het Rode Leger sneuvelden in de strijd om de bevrijding van Auschwitz, waar niet een miljoen Joden werden vermoord, maar een miljoen maal een Jood of Jodin. Enkel om wie zij waren.