Vergeet alles wat je weet over Massada

Flavius Josephus beschrijft de dramatische beslissing in detail. De mannen ‘omhelsden hun vrouwen teder’ en gaven hun kinderen ‘een lange afscheidskus met tranen in hun ogen’. Daarna doodden zij hen en verbrandden hun lichamen. Vervolgens werd er geloot en tien mannen doodden hun mede-
strijders. Na opnieuw geloot te hebben, doodde de laatste de andere negen voordat hij zelfmoord pleegde. Zo stierven alle verdedigers van het fort en hun families door hun eigen hand, omdat zij zich niet wilden overgeven aan de Romeinen.

Het verhaal van Massada (vaak gespeld als Masada) zit ingebakken in de Israëlische psyche, een symbool van Joodse onverzettelijkheid tegenover een overmacht. De collectieve zelfmoord aan het einde van het maandenlange beleg van het bergfort aan de oever van de Dode Zee in of rond het jaar 73 staat op één lijn met de vertwijfelde heldenmoed van de Joodse verdedigers van het getto van Warschau of de slachtoffers van de Shoa die zingend naar de gaskamers liepen.

Het probleem is: hoe meer er bekend wordt over Massada door historisch en archeologisch onderzoek, hoe meer er aan de versie van de Romeinse geschiedschrijver wordt getwijfeld. Om te beginnen is daar de bron zelf, het relaas van Flavius Josephus, de voormalige Joodse opstandeling die historicus werd in dienst van de Romeinen is de enige die het beleg van Massada beschrijft. Zonder zijn De bello iudaico (‘de Joodse oorlog’, oorspronkelijk in het Hebreeuws of Aramees geschreven) zou er nooit iemand van de heldhaftige zelfmoord gehoord hebben. Romeinse geschiedschrijvers zwijgen erover en ook andere Joodse bronnen dan Josephus – geboren als Josef ben Mattijahoe – zijn nooit gevonden.

Sicarii

In 1981 raakte het verhaal van Massada bekend bij het internationale publiek dankzij een populaire miniserie met in de hoofdrollen Peter Strauss als rebellenleider Eleazer ben Jaïr en Peter O’Toole als de Romeinse bevelhebber Lucius Flavius Silva. Maar al ten tijde van die serie twijfelden historici aan de versie van Josephus. Archeologische vondsten in het fort leveren geen bewijs voor een massale zelfmoord van de verdedigers. Was dat gebeurd zoals Josephus het omschrijft, zouden alle resten van de lichamen van de sicarii (messentrekkers), zoals de Joodse opstandelingen in het fort worden genoemd, bij elkaar gelegen hebben. Dat is niet het geval.

Het is niet onmogelijk dat een aantal van hen zelfmoord pleegden. Er zijn verschillende historische voorbeelden van zulke acties, maar het is vrijwel uitgesloten dat het zo gegaan is als Flavius Josephus het beschrijft in zijn Joodse oorlog. En daardoor is het de vraag of er überhaupt waarde aan zijn verhaal gehecht mag worden. De Amerikaanse historicus en rabbijn Shaye Cohen vermoedt dat sommige verdedigers van Massada zelfmoord pleegden, anderen omkwamen in de strijd en weer anderen zich probeerden te verbergen of te vluchten. Er is geen enkele reden aan te nemen dat de geschiedschrijver zelf bij het beleg van Massada aanwezig was. 

‘Wij betogen dat het beleg van Massada hooguit enkele weken duurde’

Nu blijkt uit nieuw onderzoek dat een ander element van de legende van Massada niet overeenkomt met de historische werkelijkheid. Hoewel Flavius Josephus geen specifieke duur van het beleg geeft, gingen experts er sinds de jaren zestig van de vorige eeuw van uit dat die op zo’n drie jaar lag. Voor wie de geschiedenis van de Joodse opstand tegen de Romeinen kent, lijkt dit geen onlogische aanname. Het beleg van Gamla op de Golanhoogvlakte in het jaar 66 zou zeven maanden geduurd hebben en daarna zijn afgebroken, waarna de Romeinen de stad na een tweede beleg, een jaar later, alsnog innamen. Gamla wordt ook wel het ‘Massada van het noorden’ genoemd. 

Het grootste kamp van de Romeinse belegeraars (‘Kamp F’ voor archeologen) is duidelijk te zien vanaf Massada. Eronder loopt een deel van de belegeringsmuur naar het kleinere ‘Kamp E’.
Foto: Dreamstime.com

De belegeraars

In het jaar 70 werd Jeruzalem belegerd door de Romeinse legioenen. Dit beleg zou begonnen zijn in april van dat jaar en geëindigd op 30 augustus, toen de soldaten door de laatste verdedigingsmuur braken. Op die dag – 9 av in de Joodse jaartelling – werd de tempel vernietigd, wat elk jaar op Tisja Beav wordt herdacht. Hoe machtig Gamla en Jeruzalem ook waren als vestingen, vanuit een militair-topografisch gezichtspunt waren zij niet indrukwekkender dan Massada, dus is het begrijpelijk dat uitgegaan werd van een (veel) langer beleg dan de respectievelijk zeven en vijf maanden van die eerdere belegeringen. Waarbij opgemerkt moet worden dat ook voor de duur van het beleg van Gamla Flavius Josephus de belangrijkste bron was. 

Onderzoek door een team van de Universiteit van Tel Aviv rekent af met de legende van een jarenlange belegering van Massada. Voor het eerst concentreerden historici en archeologen zich niet op het fort en de verdedigers, maar op de belegeraars. De restanten van dat beleg – bijvoorbeeld de Romeinse legerkampen – zijn nog goed te zien, maar vreemd genoeg grotendeels genegeerd in het archeologisch onderzoek. Guy Stiebel en Hai Ashkenazi komen in een artikel dat zij recent publiceerden in het Journal of Roman Archaeology tot een andere conclusie. Hun studie, vertellen zij in ‘De Romeinse overwinningstactiek voor Massada: een analyse op basis van een 3D-reconstructie van het strijdtoneel’, toont aan dat de Romeinen kwamen, zagen en overwonnen – om een eerdere Romeinse veldheer te parafraseren.

Het beleg had waarschijnlijk eerder een economische dan een politieke reden

“Op basis van onze bevindingen betogen wij dat het Romeinse beleg van Massada hooguit enkele weken duurde,” zegt Stiebel in The Times of Israel. Als de Romeinen inderdaad een jaar, laat staan drie, aan de voet van het fort gebivakkeerd hadden, zouden er grote afvalhopen gevonden moeten zijn met etensresten en gebruiksartikelen, evenals graven. Die zijn er simpelweg niet. Stiebel en zijn team hebben uitgerekend dat zes- tot achtduizend Romeinse soldaten de indrukwekkende belegeringsmuur om Massada – 4300 meter lang, 2 tot 2,5 meter hoog – in zo’n twee weken konden bouwen. Deze muur was vooral van psychologisch belang: hij was een symbool van de macht van Rome en maakte duidelijk aan de verdedigers dat er geen vluchtweg voor hen open was. 

Balsem

De dichtstbijzijnde drinkwaterbron voor de Romeinse belegeraars lag liefst achttien kilometer van Massada verwijderd in Ein Gedi. Reden te meer voor een kort beleg met een overweldigende aanval, meent Guy Stiebel. De logistiek van een lang beleg kostte een vermogen voor het keizerrijk: duizenden soldaten en lastdieren moesten bevoorraad worden. De onderzoekers van de Universiteit van Tel Aviv hebben zich ook verdiept in de reden voor het beleg. Lange tijd werd gedacht dat Massada een laatste bastion was van de Joodse rebellen en dat de Romeinen het fort belegerden om de resten van die opstand na de val van Jeruzalem de kop in te drukken. 

Kaart uit het onderzoek van Stiebel en Ashkenazi met de volledige 4,3 kilometer lange belegeringsmuur, torens en versterkingen 

Er zijn redenen om aan te nemen dat de waarheid net iets anders lag. Als Jeruzalem in het jaar 70 werd ingenomen door de Romeinen en het beleg van Massada in 73 of 74 slechts enkele weken duurde, wat verklaart dan de drie jaar tussen de val van de Joodse hoofdstad en het fort aan de Dode Zee? Je zou denken dat de Romeinen direct doorgemarcheerd waren naar Massada om de daarnaartoe gevluchte laatste rebellen te verslaan. Zo zouden zij voor eens en altijd een einde aan de opstand maken. Blijkbaar vond Rome Massada drie jaar lang niet belangrijk genoeg om aan te vallen. Waarom besloten de Romeinen dat uiteindelijk toch te doen?

Het lijkt erop dat het beleg een strafexpeditie was tegen de sicarii, zoals ook Flavius Josephus de verdedigers van het fort noemt. Wij kennen hen als de zeloten, de meest radicale factie in het opstandelingenkamp. Rome zou pas in actie zijn gekomen tegen het ver weg gelegen Massada nadat die ‘messentrekkers’ een aanval hadden uitgevoerd op de balsemplantages van Ein Gedi. Deze vloeibare hars of plantaardige olie was bijzonder kostbaar in de oudheid en werd gebruikt als parfum, badolie, geneesmiddel en bij begrafenissen. Blijkbaar hadden de Romeinen weinig moeite met een kleine groep rebellen (960 in Massada, zegt Josephus), totdat die het keizerrijk in zijn geldbuidel trof. Het beleg van het fort had zo waarschijnlijk eerder een economische dan een politieke reden. 

Moeilijk te verkroppen

De nieuwe historische inzichten schieten tweeduizend jaar later velen in het verkeerde keelgat. Massada is een belangrijk symbool van de Joodse staat en het zionisme geworden. Voor menigeen is het moeilijk te verkroppen dat de legende van een jarenlang beleg en heroïsche verdediging, eindigend in een collectieve zelfmoord in plaats van onderwerping, steeds verder onderuitgehaald wordt. “Het is interessant hoe persoonlijk mensen dit opnemen,” zegt Guy Stiebel in The Times of Israël, “deze gebeurtenissen vonden tweeduizend jaar geleden plaats!” 

Het verhaal van Flavius Josephus kan zeker niet in zijn geheel naar het rijk der fabelen verwezen worden. Zoals gezegd gaf de klassieke historicus geen tijdsduur van het beleg aan. Bovendien twijfelen Stiebel en zijn team er niet aan dat een aantal overlevenden bij de val van Massada zelfmoord gepleegd heeft. De verdedigers van het fort worden door de nieuwe historische inzichten niet per se minder heldhaftig. Of zoals de naar de Romeinen overgelopen Joodse rebel schrijft in zijn Joodse oorlog: “(De Romeinen) konden niet anders dan de moed van hun vastberadenheid en hun onwrikbare doodsverachting bewonderen.”

–––––––––––––––––––––––––––––––––

De Joodse opstand in een notendop

Detail van de Overwinningsboog van Titus in Rome, waarop Romeinse soldaten triomfantelijk de menora uit de tempel van Jeruzalem en andere overwinningsbuit meedragen

De Joodse opstand begon in het jaar 66. De rebellie werd aangewakkerd door onderdrukking, de kloof tussen de geromaniseerde bovenklasse en het gewone volk en religieuze conflicten. De directe aanleiding was waarschijnlijk het uit de hand gelopen protest tegen belastingheffing door de Romeinse overheersers, toen gouverneur Gessius Florus de schatkamer van de tweede tempel leeghaalde. 

De opstandelingen verjoegen de Romeinen en hun Joodse handlangers uit Jeruzalem en verpletterden in het eerste jaar van de opstand een legioen dat vanuit Syrië was gestuurd om de opstand de kop in te drukken. Keizer Nero stuurde zijn generaal Vespasianus met vier legioenen naar Judea, waar hij het rebellenbolwerk Gamla na een langdurig beleg innam. In 69 kroonde Vespasianus zichzelf tot keizer, waarna de militaire campagne door Titus (tien jaar later zelf keizer) werd voortgezet. 

Titus veroverde Jeruzalem in het jaar 70. Daarmee kan de opstand als beëindigd beschouwd worden, al zien veel historici het beleg van Massada in 73 of 74 als het echte einde van de oorlog. Volgens Flavius Josephus kwamen meer dan een miljoen Joden om tijdens de opstand, naast zo’n tienduizend Romeinen. Moderne historici schatten het aantal slachtoffers op enige honderdduizenden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Nieuws en Achtergrond

No data was found
Auschwitz
Nieuws

Het einde van de hel

Luz Marina Forero
Nieuws

Eeuwenoude aktes leveren splinternieuw paspoort op

Koning David
Religie

Graven naar koning David

Nieuws

Vergeet alles wat je weet over Massada