Vorige week maandagavond 11 juli nam de Knesset een wet aan die het strafbaar maakt om Israëlische instituties of producten uit de nederzettingen te boycotten. Er brak een storm van kritiek los. De omstreden wet maakt het mogelijk om in eigen land personen en organisaties te straffen die oproepen tot economische, culturele of academische boycots van Israëlische instellingen of producten uit de nederzettingen. De wet werd na zes uur heftig vergaderen aangenomen met 47 tegen 38 stemmen. Premier Netanyahu was zelf niet aanwezig bij de stemming, maar verklaarde zich uitdrukkelijk vóór. De Boycott Prohibition Law moet trouwens nog wel langs het Hooggerechtshof. De wet werd geïnitieerd door Likoed-parlementariër Ze’ev Elkin, leider van de regerende coalitie ‘om Israëlische burgers te beschermen’. Danny Danon, een van de indieners, wil ‘de mensen straffen die onze buitenlandse vijanden steunen’. Het initiatief was een reactie op een boycot van culturele en academische instituties op de West Bank, enkele maanden geleden. De wet zou rechtszaken mogelijk maken tegen personen of actiegroepen die aansporen tot anti-Israëlische boycots; de benadeelde partij zou niet eens hoeven te bewijzen dat er schade is ontstaan door een boycot. De regering zou met deze wet een juridische basis hebben om geen zaken meer te doen met firma’s die met boycots van specifieke producten meedoen. Organisaties met onhebbelijke standpunten kunnen hun staatssubsidie verliezen.